In het meetpakket steken we twee verschillende soorten theezakjes: een setje met rode thee en een setje met groene thee. Deze twee theesoorten trekken in de bodem verschillende micro-
organismen aan. De manier waarop de zakjes uiteindelijk ‘opgegeten’ worden, vertelt ons veel over het aanwezige bodemleven in jouw tuin.
De fijne mazen in de netjes van de theebuiltjes laten toe dat microben (bacteriën en schimmels in je bodem) de theeblaadjes kunnen bereiken en ervan beginnen te eten. Het gewichtsverlies van de thee na drie maanden laat ons weten hoe snel dat afbraakproces verliep op de plaats waar je de theezakjes hebt ingegraven. Door 1.000 deelnemers dezelfde thee te geven, hebben we een gestandaardiseerde methode in handen om de invloed van jouw tuinonderhoud, het aanwezige bodemleven, de bodemcondities (vocht, hoeveelheid nutriënten, temperatuur,..) en klimaat op de afbraaksnelheid te meten.
Dit Tea-bag experiment wordt wereldwijd gebruikt om het aanwezige bodemleven in kaart te brengen. Het werd in 2010 bedacht door een team van onderzoekers van de universiteit van Utrecht, Umea in Zweden, het Nederlands Instituut van Ecologie, en het Oostenrijks instituut voor Gezondheid en Voedselveiligheid om de afbraak van organische stof in de bodem te meten.
Er lopen momenteel experimenten over de hele wereld en met TeaTime4science en TeaTime4Schools zijn er al meer dan duizenden gegevens verzameld. We gaan dit nu voor het eerst op grote schaal in Limburg uitrollen.